Na een periode waarin veel stations
gesloopt zijn en vervangen door nieuwbouw, brak aan het begin van
de jaren tachtig een nieuwe periode aan, waarin het station een
belangrijk onderdeel van de spoorwegen werd.
Een nieuwe lichting architecten kwam in dienst bij de NS, en die
kregen -met een aanzienlijk groter bouwbudget- de kans om nieuwe
moderne stations te ontwerpen. Met het nieuwe station in Zaandam
werd in 1983 al het startschot gegeven voor de nieuwe koers van
de stationsarchitectuur, maar met de bouw van het nieuwe station
Amsterdam Sloterdijk begon een nieuwe periode van high-tech stations,
waarin vooral staal en glas de belangrijkste bouwelementen vormden.
Geen grauw beton of kleurloze recht-toe-recht-aan gebouwtjes meer,
maar nieuwe moderne en -vooral in het begin- kleurige staalconstructies.
Hoogtepunten in deze periode zijn de nieuwe stations van Leiden,
Amersfoort 's Hertogenbosch.
Een andere nieuwe trend in deze periode zijn de ondergrondse stations.
In 1978 werd het eerste ondergrondse station van Nederland geopend
op de luchthaven van Schiphol. In 1993 volgde Rotterdam Blaak, dat
met een diepte van bijna 15 meter onder de grond ongetwijfeld het
laagst gelegen station van Nederland is.
|
ALMERE
BUITEN |
HELMOND |